In 1978 was Mercedes-Benz de eerste autofabrikant die ABS antiblokkeersystemen van Bosch optioneel op de Klasse S116 toepaste. De 40 jaar erna zijn er meer dan 300 miljoen ABS-systemen voor auto’s, motorfietsen én fietsen geproduceerd. Wij vierden deze 40-ste verjaardag van het ABS-systeem op het Bosch testcentrum in het Franse Juvincourt.
ABS is de afkorting van het Duitse ‘Antiblockiersystem’ en Engelse ‘Anti-lock Braking System’. Het voorkomt dat de wielen tijdens remmen blokkeren en zorgt zo dat het voertuig bestuurbaar blijft. ABS is in de Europese Unie sinds 2004 verplicht op alle nieuwe personenauto’s, bestelwagens en vrachtwagens en sinds januari 2018 ook op alle nieuwe tweewielers met een cilinderinhoud van boven 125 cc.
Geschiedenis
Het eerste ABS-systeem, dat vergelijkbaar is met de systemen die we nu kennen, werd in 1929 ontwikkeld door de Franse technicus Gabriel Voisin voor gebruik op vliegtuigen. Zeven jaar later, in 1936, diende de Duitser Robert Bosch een patent in voor een mechanisme dat vergrendeling van de wielen van een gemotoriseerd voertuig verhinderde. Dankzij de opkomst van digitale technologie zag ABS voor gemotoriseerde voertuigen pas in de jaren 1970 het levenslicht.
In 1958 werden de eerste tests met ABS op een motorfiets uitgevoerd en 1978 bracht Bosch het eerste moderne ABS-systeem voor personenauto’s op de markt. De eerste in serie geproduceerde motorfiets met ABS, was in 1988 de voor die tijd revolutionaire BMW K1. En tegenwoordig produceert Bosch zelfs antiblokkeersystemen voor elektrische eBikes.
Om je een beeld te geven van het nut van ABS: de remafstand van een gemiddelde motorfiets die 100 kilometer per uur rijdt, is zonder ABS 58,5 meter. Dezelfde motorfiets met een ABS-systeem staat vanaf dezelfde snelheid negen meter eerder stil. Naast gecontroleerd remmen en bestuurbaar houden, zorgt ABS ervoor dat een voertuig beheersbaar en zo goed mogelijk in balans blijft.
Techniek
In 1978 woog de hydraulische ABS-pomp 6,8 kilo. Moderne ABS-pompen wegen nog maar slechts 1,5 kilo. Een belangrijke reductie in de jacht van autofabrikanten op minder brandstofverbruik en een lagere uitstoot.
Een modern ABS-systeem van een personenauto of bestelwagen bestaat uit zes onderdelen, te weten: vier wielsnelheidssensoren (één op ieder wiel), een hydraulische groep en een computer die de op basis van een aantal parameters de remdruk van ieder afzonderlijk wiel aanstuurt.
De eerste ABS versie die op de markt kwam, werd generatie 2m genoemd en het huidige systeem is al bij versie 9.4 en de ontwikkeling en finetuning staan niet stil. Tegenwoordig is ABS onlosmakelijk verbonden met rijhulp- en comfortsystemen zoals rijbaanassistentie Lane Departure Warning, Electronic Stability Control (ESP), Adaptive Cruise Control (ACC) en de actieve wielophanging van motorfietsen.
Gedragscircuit
Om ABS en, steeds vaker ook, de samenwerking met andere rijhulpsystemen te verbeteren, verfijnen en onder realistische omstandigheden te testen, heeft Bosch alleen in Europa al drie testcentra. Op 30 minuten van de Franse champagne-hoofdstad Reims ligt in de middle of nowhere het plaatsje Juvincourt-et-Damary.
En op nog geen 150 meter van de doorgaande provincieweg D1044 ligt een oud militair vliegveld dat door de beroemde circuitontwerper Hermann Tilke is omgebouwd tot een circuit voor onze veiligheid. Het ‘gedragscircuit’, zoals Bosch het noemt, werd in 2014 geopend.
In een gebied van in totaal maar liefst 120 hectare, ligt 15 hectare aan gevarieerde banen die initieel bedoeld waren voor het testen van ABS antiblokkeersystemen en ESP stabiliteitssystemen. Vandaag de dag wordt het terrein ook steeds vaker gebruikt voor de ontwikkeling van onder andere autonome mobiliteitsprojecten. Veel autofabrikanten waar Bosch rijhulpsystemen voor ontwikkelt, maken er gebruik van.