Je bezit een auto en rijdt er mee van hot naar her. Maar onderweg kan er van alles gebeuren. Je weet veel, maar over auto’s maar weinig. In dit artikel lees je acht dingen die je echt over auto’s en autorijden móet weten, onderweg misschien nog wel eens kan gebruiken en hoe je langer van je auto geniet zonder dat je voor hoge onkosten komt te staan.
1. Zo wissel je een wiel
Het gebeurt niet vaak, maar je ontkomt er eigenlijk nooit aan: een lekke band. Het lijkt misschien lastig, maar een wiel is relatief eenvoudig gewisseld en vrijwel iedereen kan het zelf doen. Zoek de plek waar het gereedschap is opgeborgen. Pak de krik, draai de wielbouten een beetje los en krik de auto omhoog onder een van de vier steunpunten onder de auto. Draai de wielbouten nu helemaal los en verwissel het wiel met de lekke band met het goede wiel. Draai de wielbouten hand vast en laat de krik zakken. Draai nu vervolgens de bouten goed vast met de wielsleutel.
2. Zo controleer je de bandenspanning
Een goede bandenspanning is essentieel, rijden met een te hoge of lage spanning is zelfs gevaarlijk omdat de stabiliteit en de remweg van de auto slechter wordt en de banden slijten veel sneller. Je kunt dit eenvoudig voorkomen door een bandenspanningsmeter te kopen en luchtdruk in je banden minimaal een keer per maand te controleren. De juiste bandenspanning vind je in de meeste auto’s in de deurstijl van het bestuurdersportier. Als het daar niet staat, kun je de bandenspanning in de gebruikershandleiding vinden.
3. Zo controleer je het oliepeil
Iedere auto verbruikt olie. Om te voorkomen dat je met te weinig of, erger nog, geen olie komt te staan, is het raadzaam om een keer per drie tot vier tankbeurten het olieniveau te controleren. Zorg dat de motor afgekoeld is, open de motorkap, zoek de oliepeilstok die meestal een geel of oranje kleur heeft. Veeg de olie van de peilstok af met een doek en steek de peilstok terug. Als het oliepeil tussen minimaal en maximaal staat is het niveau ok. Als het niveau onder de helft staat, vul dan voorzichtig kleine beetjes olie toe aan de motor en peil opnieuw.
4. Warm de motor goed op
In de motor zitten allerlei onderdelen die het fijn vinden om eerst warm te worden voordat ze zwaar belast worden. Geef tijdens het starten geen gas, dat moest vroeger, maar hoeft nu echt niet meer. De computer van de auto regelt dat er genoeg brandstof in de motor komt. Laat de motor even draaien voordat je wegrijdt. Heb je geen zin om daar op te wachten? Rij dan rustig weg en zorg dat de motor de eerste kilometers zo weinig mogelijk toeren maakt door vroeg over te schakelen naar een hogere en laat terug te schakelen naar een lagere versnelling.
5. Problemen aan de garage melden
Hoe zuinig je ook op je auto bent, ooit komt er een moment dat er een reparatie uitgevoerd moet worden. Het klinkt misschien gek, maar ‘luister’ altijd goed naar je auto en voel hem aan. Zodra je merkt dat het rijgedrag van je auto anders is dan normaal, is het handig als je deze verandering kunt communiceren naar jouw garage. Hoe beter je een probleem kunt omschrijven, hoe makkelijker de monteur het op kan lossen. Om veranderingen te onthouden, kun je ze op een briefje schrijven of als geluidsbestand opnemen op je smartphone.
6. Andere vloeistoffen controleren
Auto’s hebben meer nodig dan brandstof en motorolie om goed te functioneren. Koelsystemen hebben koelvloeistof nodig, de ruitensproeiers hebben water en een reinigingsmiddel nodig en de versnellingsbak, remmen en vaak ook de koppeling hebben ook speciale vloeistof nodig. De koelvloeistof, remvloeistof, ruitensproeiervloeistof en koppelingsvloeistof kun je eenvoudig zelf controleren of bijvullen. Ze hebben allemaal een zichtbaar reservoir onder de motorkap. Bedek je wel dat als de vloeistoffen ver onder peil zijn, er zeer waarschijnlijk iets aan de hand is. Ga in dit geval naar de garage en laat de auto controleren. Vraag dan meteen even of ze de vloeistoffen van de versnellingsbak willen controleren.
7. Lampjes vernieuwen
Een lampje vernieuwen kun je in de meeste gevallen zelf doen. Er zijn echter auto’s waarmee je toch echt naar de garage moet om het werk uit te laten voeren. In de gebruikershandleiding van de auto staat meestal wel omschreven hoe je een lampje moet vernieuwen. Achter is dit meestal makkelijker dan voor. Als je één lampje van bijvoorbeeld het dim- of stadslicht vernieuwd, vervang dan ook meteen de andere. De lampjes zijn meestal even oud en als de ene stuk gaat, komt de andere er vaak snel achteraan.
8. Een auto starten met een starthulp
Eens in je autoleven gebeurt het je, de accu is leeg. Zorg ervoor dat je altijd een setje startkabels in de kofferbak hebt liggen, die dingen koop je voor een paar tientjes bij de bouwmarkt of automaterialenzaak. Zorg voor een tweede auto (met een goede accu). Zet de motor van de auto met de goede accu uit en sluit de rode kabels aan op de pluspolen en de zwarte kabels op de minpolen van de accu’s.
1 Comment
Een auto met een boardcomputer is ook best handig.
Die van mij geeft vanalles zelf aan door codes te tonen.
A is olieverversen
B is inspectiepunten
Een getal geeft aan welke vloeistof aan vervanging toe is.
De melding ‘ga naar de garage’ ‘ zet de auto stop op een veilige plaats’ kan mijn auto ook aangeven.
Een keer gebeurd toen de onluchting van het brandstofsysteem verstopt was. Er was rommel op een opening gaan zitten.
Een deur niet goed dicht resulteerd in een luid gepiep.
Bandenspanning niet goed, piep plus een symbool bandenspanning niet in orde.