Starten, dat was zo ongeveer het enige dat een Volkswagen Crafter nog deed. Maar aanslaan, ho maar. De garage werd gevraagd het euvel te verhelpen en gelukkig was de oorzaak snel gevonden. Het brandstoffilter zat verstopt.
Na de montage van een nieuw filter deed de Crafter het weer als vanouds. Maar helaas niet lang, want vier dagen later herhaalde het euvel zich. De oorzaak bleek hetzelfde, de oplossing was dat dus ook, en zo kon de Crafter weer zijn weg vervolgen. Totdat deze twee dagen later wéér in de werkplaats stond, met precies hetzelfde euvel. Ik werd ingeroepen om de precieze oorzaak van het probleem te achterhalen. En die was erg voor de hand liggend…
Filter drie keer in een week verstopt
In een week tijd was het brandstoffilter drie keer vernieuwd omdat het verstopt zat. Dan is de eerste vraag: waarmee zat het filter verstopt? Bij het inspecteren van het filter werd meteen de oorzaak van het probleem achterhaald, want het zat vol met drab van algen. De algenaangroei in de brandstoftank was via de brandstofleiding in het filter terecht gekomen en blokkeerde daar de doorstroom van brandstof. Het probleem van algen in de tank is in de maritieme wereld bekender dan in de autotechniek, maar het is wel precies wat hier aan de hand was. En het probleem lijkt in opmars in autoland.
Algen en bacteriën gedijen goed in een vochtige omgeving, en de brandstoftank van dieselauto’s is zo’n omgeving. Water in de tank ontstaat door condensvorming, maar het komt ook binnen bij het tanken. Sinds 2011 zijn brandstofleveranciers verplicht om 4,25 procent biodiesel bij te mengen bij normale dieselolie, en dit percentage zal stelselmatig worden verhoogd.
Het probleem met biodiesel is dat het hygroscopisch is: het trekt water aan. Als bacteriën eenmaal voet aan de grond in de een brandstoftank hebben, zal hun aantal voortdurend toenemen en daarbij een soort van drab vormen. Door de grootte en consistentie van deze drab wordt de brandstoftoevoer naar de motor bedreigd, maar ook de brandstofpomp en vertuivers kunnen beschadigd raken door deze substantie.
Minder uitstoot, meer inwendige slijtage
Het probleem zou minder erg geweest zijn als de EN590 norm in 2008 niet in werking was getreden. Deze norm beschrijft de maximaal toegestane hoeveelheid zwavel in brandstof. De beperking van zwavel in dieselolie is voorgeschreven vanwege de roetuitstoot die het veroorzaakt, maar zwavel heeft ook een smerende werking die de bewegende delen in het brandstofsysteem ten goede komt.
En last but not least remt zwavel de groei van bacteriën waardoor de vorming van algen / drab in de brandstoftank beperkt wordt. Het gebrek aan smerende werking wordt gecompenseerd door additieven in de brandstof, maar het is en blijft een feit dat problemen met verstuivers en algengroei sindsdien enorm toegenomen zijn. De Crafter uit de inleiding was daar de dupe van, al bleven de verstuivers gelukkig gespaard. Uiteindelijk zijn de tank en brandstofleidingen vervangen omdat de hoeveelheid drab te groot was om via een spoelbeurt te verwijderen.
Het euvel kan bij iedere diesel voorkomen. De Crafter heeft nu een schoon systeem en dat wordt schoongehouden met bacterie-killer, een toevoeging die in de aftermarket leverbaar is.