Slingers bij Mercedes-Benz: de legendarische 300 SL Flügeltür is 60 geworden. Zoals de auto in februari 1954 op de International Motor Sports Show in New York het publiek choqueerde, steelt hij wereldwijd nog altijd de show.
Tekst Igor Stuifzand • Zeldzaam is de auto zeker niet. Van de 1.400 die er gebouwd zijn, worden met regelmaat exemplaren te koop aangeboden.
Op dit moment lijkt er geen prijs te staan op een 300 SL. Vorig weekend in Scottsdale, Arizona hamerde veilinghuis Gooding & Company een exemplaar af op 1.897.500 dollar. Let wel: na 30 jaar lang stof te hebben vergaard, zat er weinig lucht meer in de banden. Vijftig jaar was de auto in bezit van dezelfde familie geweest.
Oké, alle nummers waren matching en de auto is nog nooit gerestaureerd, maar zoveel geld voor een auto met scheuren in het rode leer, een dof uitgeslagen lak en butsen in het plaatwerk? Het zegt alles over de Gullwing-koorts die momenteel heerst.
Buitensporig
De status van de Mercedes 300 SL laat zich echter makkelijk verklaren. In de jaren vijftig was het woord supercar nog niet uitgevonden, maar de 300 SL voldeed aan alle eisen. Zijn exotische zescilinder lijnmotor (215 pk) vond zijn oorsprong in de racerij en had onder meer mechanische brandstofinjectie.
Een topsnelheid van 235 kilometer per uur tot 260 kilometer per uur (afhankelijk van de gekozen eindoverbrenging) was, voor een auto die geoorloofd de openbare weg op mocht, sensationeel. En dan natuurlijk die flamboyante vleugeldeuren, noodzakelijk vanwege het lichtgewicht buizenframe. Ook de prijs van de 300 SL was buitensporig: de auto kostte 29.000 Mark. Om dat in perspectief te zetten: een Ford Taunus 12M ‘Wereldbolletje’ kostte in Duitsland nog geen 5.500 Mark.
Stijgende prijzen