Sommige auto’s worden met het hart gekocht, andere helemaal niet. Het summum van die laatste categorie zijn de auto’s die je anders nooit had gekocht. Een top 6 gebaseerd op volstrekte willekeur, of toch met een kern van waarheid? We trappen af met de…
Toyota Prius
Het schoolvoorbeeld van een auto waar werkelijk niemand warm van wordt. Hollywoodsterren kochten de Prius om zijn groene imago, maar uiteraard wel als tweede of derde auto en met name voor publieke optredens en ritjes naar de supermarkt op zaterdagochtend, wetende dat de paparazzi op de loer zouden liggen voor een foto van een beroemdheid in joggingbroek en zonder make-up.
Wat pleit voor Prius-eigenaren van de nieuwste generatie is dat ze zonder uitzondering (of ik heb ze nog niet ontmoet) direct toegeven dat ze de auto hebben aangeschaft uit economische overwegingen. Het kan natuurlijk ook zijn dat elke andere motivatie anno 2015 niet meer serieus genomen wordt…
Mitsubishi Outlander
Eigenaren van de Outlander (ik laat de toevoeging PHEV gemakshalve weg, want als je een andere hebt, heb je het niet begrepen) die naar huis bellen om vrouw- of manlief te informeren dat ze wat later thuis zijn, als de wind verkeerd staat. Tot afgelopen jaar op kenteken gezette molochen rijden vijf jaar lang volledig zonder bijtelling rond.
Dat is ook precies de enige reden om te lachen, wanneer je in dit apparaat rondtoert. Druk het gas in en het resultaat is een boel kabaal, maar objectief bekeken gebeurt er verder eigenlijk helemaal niets. Als je een ritje Autobahn doet en een beetje stevig doorrijdt in de Mitsubsidie, dan biedt de auto nog een voordeel: elke twee uur een kwartier rust nemen is geen probleem. Als je dat namelijk niet bij een tankstation doet, sta je stil op de vluchtstrook.
Volkswagen Golf GTE
De GTI met een groen imago, ruim 100 liter minder bagageruimte en 250 kilo extra ballast. Desastreus voor het agiele weggedrag dat zijn conventionele broer kenmerkt. Volkomen overbodig dus. Nuff said zou de petjesdragende GTI-rijder zeggen.
Opel Ampera / Chevrolet Volt
De Opel Ampera is de tweelingbroer van de van technisch gelijke maar meer op Amerikaanse leest geschoeide Chevrolet Volt. Elk metertje en schermpje is blauw of groen van kleur; elke gelegenheid wordt aangegrepen om het futuristische karakter te benadrukken van dit ruim 1.600 kilo wegende apparaat, maar als puntje bij paaltje komt is een huis-tuin-en-keuken Astra stukken praktischer én de helft goedkoper.
Tesla Model S
De enige honderd procent elektrische auto in deze lijst. Een auto met een – theoretische – actieradius die varieert van 380 tot 430 kilometer en een prijskaartje dat start bij ruim € 77.000. Al kom je met wat opties en een iets potentere en minder aan range anxiety onderhevige versie zonder problemen in de buurt van of zelfs boven een ton uit.
De kiene ondernemer kan (inmiddels in wat mindere mate) gebruik maken van allerhande (investerings)regelingen die de prijs onderaan de streep een stuk aantrekkelijker maakt. Dat was hoog nodig, want het is pijnlijk dat een auto die Tesla maar wat graag afzet tegen concurrenten uit de hogere middenklasse, het in testen qua afwerkingsniveau steevast aflegt. Daar doet een ook in Europa steeds uitgebreider supercharger netwerk weinig aan af.
Volvo V60 PHEV
Misschien een auto die je niet direct in deze lijst verwacht. Maar een Volvo stationwagon met een kofferruimte die minder liters telt én minder praktisch qua dimensies is dan die van zijn kleinere broer, de V40? Moeilijk serieus te nemen toch? Hoewel, dat koppel van 640 Nm. Nou ja, hij staat niet voor niets onderaan de lijst.