Bijna negen jaar geleden kwam ik bij mijn laatste werkgever terecht. Omdat ik veel woon-werkverkeer kilometers zou maken, werd mij gevraagd welke auto ik daarvoor wilde gaan gebruiken. Mijn voorkeur ging toen uit naar een Passat, een Octavia of desnoods een Golf. Maar mijn werkgever kwam met een afwijkend voorstel op de proppen: een nieuwe Volkswagen Caddy.
Hoewel ik positieve ervaringen had met Caddy’s, zeker vanwege hun betrouwbaarheid, leek dit me geen auto om dagelijks 300 kilometer mee op- en neer te pendelen. Mijn werkgever was echter overtuigd van de kwaliteiten van de Caddy en sprak de woorden: “Joh, trek hem eens aan!” En dat heb ik gedaan. Sindsdien heb ik ruim probleemloze 500.000 kilometers met de Caddy 1.9 TDI (BLS) van 2005 gereden.
Verkooppraat op waarde schatten
De woorden van mijn toenmalige werkgever schoten met onlangs door het hoofd toen ik voor een Techspertise een BMW X5 uit 2007 onder de loep nam. De eigenaar had de auto recentelijk aangeschaft en al snel bleek dat de automaatbak kuren had. Er was een garantieverzekering afgesloten en omdat de auto vrij vlot een mankement vertoonde, werd mij gevraagd om de ernst en oorzaak te onderzoeken. Bij de proefrit bleek al heel snel dat de auto in de derde versnelling een hinderlijke trilling vertoonde. Ik vroeg de eigenaar of deze trilling hem niet bij de proefrit was opgevallen.
De verkoop was via e-mailcorrespondentie geregeld… Dat is raar, want een broek van vier tientjes pas je ook voordat je ‘m koopt.
Zijn antwoord was ontluisterend: “Een proefrit? Die heb ik niet gemaakt!” De auto stond namelijk 200 kilometer verderop, de verkoper verzekerde dat de auto 100 procent in orde was. De verkoop was via e-mailcorrespondentie geregeld… Dat is raar, want een broek van vier tientjes pas je ook voordat je ‘m koopt. Valt de verkoper in dezen iets te verwijten? Ik vind van niet, want hij heeft gedaan wat hij beroepshalve hoort te doen: auto’s verkopen. Zijn woorden moeten wel op waarde geschat worden door een proefrit met de auto te maken, want reclame op radio en televisie nemen we ook met een korreltje zout.
Geen koe zo bont, of er zit wel een vlekje aan
Onlangs moest ik op zoek voor een waardige vervanger voor mijn oude, trouwe Caddy. Ik heb in mijn werk alle merken en types voorbij zien komen met al hun sterke en zwakke punten. Omdat ik een echte kilometervreter ben, wilde ik een full-options auto met een dieselmotor. Zeker geen downsize-diesel, want ik ben old-skool. Uiteindelijk besloot ik naar een Volvo S60 D5 te kijken. Hiervan ben ik er de nodige tegengekomen en ik heb er met een aantal gereden.
Deze auto’s kunnen een paar flinke ondeugden hebben: hevig krakende synchromesh-ringen in de versnellingsbak en levensgevaarlijk stuurgedrag. Bij de verkoop van die auto’s was nimmer iets gemeld over die tekortkomingen, omdat ze niet algemeen bekend waren. Hooguit bij de laatste eigenaar. Ikzelf ben blij dat ik een D5 heb ‘aangetrokken’, hij voelde als de spreekwoordelijke warme trui. Goed onderhouden, met zorg bereden en ik had de mogelijkheid voor een uitgebreide proefrit.
Het is duidelijk dat bij kopers en verkopers de liefde voor auto’s tanende is, er wordt flink met de rechter kontzak gedacht.
Het is duidelijk dat bij kopers en verkopers de liefde voor auto’s tanende is, er wordt flink met de rechter kontzak gedacht. Maar als de verkopende partij geen tijd biedt voor een proefrit, en de kopende partij laat het na, dan moet je de miskoop op de koop toenemen. Als je zelf het gevoel voor auto’s en techniek niet hebt, of je wilt jezelf voor een miskoop behoeden, neem dan iemand mee die de auto eens voor je wil ‘aantrekken’.
En anders ben ik je graag van dienst!