Ze wonen in racewalhalla Zandvoort, automotive is ze met de paplepel ingegoten, werken bij Tesla als product specialists en autoracen is hun grote passie. Dit jaar reden Jorn van der Kuil (1995) en Thim Koemans (1993) hun eerste seizoen Mazda MX-5 cup en veroverden met hun team ONE-Racing de tweede plaats in het Teamkampioenschap.
Jorn werd op zijn tiende gek op auto’s en petrolhead. “Dat kwam door het jaarboek Autokijk 2005, een tijdschrift met alle auto’s die bestonden. Dat boek vond ik geweldig en kende ik compleet uit mijn hoofd. Ik wist van elk automodel wat voor motor er in zat en hoeveel hij kostte. Mijn stiefvader Bart van Thienen is pr-manager bij Nissan, kwam vaak op het circuit en nam ons constant mee. Dan groeit dat petrolhead gedeelte heel erg.”
Automotive met de paplepel ingegoten
Bij Thim begon de autopassie eerder. “Voor mijn vader overleed had hij een winkel, Autoland Hilversum, waar autosportliefhebbers autoboeken en schaalmodellen konden kopen. Ik weet van verhalen dat ik al vanaf mijn geboorte bij mijn vader op schoot Formule 1 Grand Prix’ zat te kijken. Ik kende alle Formule 1 rijders, auto’s, teams, circuits en wist alle rondetijden.”
Op zijn veertiende wist Jorn al dat hij wilde autoracen. “Maar ik moest het zelf betalen en ben borden gaan wassen bij een strandtent in Zandvoort om te sparen. Gelukkig heb ik wel her en der nog wat hulp gekregen en zo kon ik met racen aan de slag gaan.”
Thim begon eigenlijk pas aan zelf racen te denken toen hij Jorn leerde kennen. Thim: “Jorn zat in 3 HAVO en ik in 5 VWO. We gingen met school op wintersportvakantie en kenden elkaar alleen van gezicht.”
“Op een gegeven moment ving Jorn op dat ik met karts racete”, aldus Thim: Jorn: “En toen dacht ik, ho wie is er aan het karten. We raakten aan de praat en sindsdien is dit allemaal aan de hand.”
Jorn begon dus iets eerder met racen dan Thim. “Ik heb twee keer de wintercursus gedaan, ben rookie of the year geworden. Het jaar daarop heb ik de cursus nog een keer gedaan om ervaring te krijgen. De lente daarop zijn Thim en ik gaan kijken of we samen konden gaan racen, dat was het ultieme doel.”
Dat was de grootste fout die we gemaakt hebben
Maar racen is duur, daar moet je sponsors of zelf heel veel geld voor hebben. “Ik was inmiddels 16 en zat mijn spaarcentjes al op te drinken in de kroeg”, glimlacht Thim. “Maar Jorn kan ongelofelijk goed sparen. Als hij zegt ‘ik moet op dat moment dat bedrag hebben, dan doet hij dat. Maar puntje bij paaltje hadden we nooit genoeg geld om te kunnen racen dus zijn we sponsors gaan zoeken.”
Je kunt dan de Gouden Gids pakken en ieder bedrijf gaan bellen dat je tegenkomt. “En dat was de grootste fout die we gemaakt hebben”, vervolgt Thim. Jorn vult hem aan: “We wilden dat jaar de Seat Ibiza cup gaan rijden, hebben massamails rondgestuurd en bedrijven gevraagd om ons geld te geven, maar dat was fout. Je moet eerst contact leggen en laten zien dat je passie hebt voor de autosport en hoe leuk je dat vindt. En je moet kunnen uitleggen dat je als sponsor ook wel wat aan autosport kunt hebben.“
Maar end of story”, vult Thim aan: “Dat seizoen hadden we wel wat geld, maar lang niet genoeg om te kunnen racen.” Jorn en Thim kochten samen een BMW 318 E36. Jorn: “We zijn toen een beetje gaan vrij-rijden, zelf aan de auto sleutelen en hebben geprobeerd er zo veel mogelijk een raceauto van te maken. We hebben allebei redelijk twee linker handen en dat is heel onhandig in de autosport. We konden wel wat doen, maar we hadden en geen budget en geen kennis. Desondanks hadden we best wel een coole raceauto gebouwd.”
We wilden niets liever dan racen
Thim besloot om met de BMW de racecursus te gaan doen en zijn licentie te halen. “En dat is op het nippertje gelukt. De auto was niet zo opgebouwd dat we er echt iets mee konden, maar het was voor mij de basis die Jorn al een paar jaar eerder had gelegd. Toen ik mijn licentie had konden we serieus gaan nadenken over wat we moesten gaan doen om te kunnen gaan racen.” Thim had het geluk dat zijn vader in de racewereld al een groot netwerk had opgebouwd. “Bijna alle sponsoren komen via hem. Door wat mijn vader allemaal in de racewereld deed heb ik ook een beetje een gunfactor.“
De eerste race van Jorn en Thim in de Mazda MX-5 cup was in maart 2016. “Het begon allemaal vorig jaar”, aldus Jorn. “Samen met onze vriend Bouke hebben we Dutch Race Driver Organisation (DRDO) gereden. Die races zijn onderverdeelt in vier afzonderlijke klassen. Er rijden veel verschillende auto’s met verschillende snelheden. Vooraan rijden ze op Zandvoort een rondje in 1:58, wij reden 2:06 en achteraan deden ze 2 minuten en 10 seconden over een ronde. Vier seconden op een ronde klinkt niet als heel veel, maar als je er 50 rijdt, zijn vier seconden op een gegeven moment heel veel. Dit was geen racen, het was hard rijden zoals je op een trackday doet.” Thim: “Het is in deze klasse alsof je tegen jezelf racet, een snelle ronde zetten en meer competitie was er niet.”
Daan en Kevin hebben onze auto in vier weken opgebouwd
Jorn en Thim wilden na het DRDO seizoen heel graag doorgaan met racen, maar hadden niets. Jorn: “In januari belde Alex Schuttert ons. Hij had nog een MX-5 in de schuur staan waar hij niets mee deed. Hij vroeg toen aan ons of wij er niet iets mee wilden doen en vanaf dat moment begon het proces te borrelen. We moesten er tijd in stoppen en de huur voor de auto betalen, Alex betaalde de onderdelen.”
“Je moet je dus voorstellen”, neemt Thim het gesprek over: “Eind januari krijg je te horen dat er een auto is en dat je in het eerste weekend van maart je eerste wedstrijd hebt. We zijn snel gaan rekenen wat we nodig hadden om een seizoen te rijden en ik ben gaan rondbellen. We hadden nog wat sponsors van het DRDO kampioenschap en er stonden wat visjes uit, we hadden dus al een basis. Binnen een week was alles rond.”
Eind januari hadden Jorn en Thim een auto én het budget. “Maar toen moest het bouwen nog beginnen”, zegt Jorn. “Omdat we zelf geen monteurs zijn, hebben onze technische helden Daan Huyer -onze Ron Dennis- en Kevin van Esveld de auto in vier weken opgebouwd. Waar anderen normaal een hele winter voor hebben, moest zij nu in amper een maand doen.”
“Ja”, zegt Thim: “Wat die jongens hebben gepresteerd in vier weken tijd is niet normaal. Ze hebben de auto heel strak opgebouwd, zonder hen hadden we nooit vooraan gereden.”