Een halve eeuw geleden, om precies te zijn op 2 april 1964, wordt in de Tsjecho-Slowaakse industriestad Mladá Boleslav de Skoda 1000 MB voorgesteld.
Tekst Igor Stuifzand • De opvolger van de Spartak en de Octavia heeft een nieuwe layout, een zelfdragende carrosserie en wordt aangedreven door een nieuw ontwikkelde viercilindermotor, die tot ver in de jaren negentig het hart van alle Skoda’s zal vormen.
Om de productiekosten zo laag mogelijk te houden, kiest Skoda voor een combinatie van een achterin geplaatste motor en achterwielaandrijving. Dat is een ongeveer 15 procent goedkopere methode dan een watergekoelde motor voorin.
De 1000 MB is een betrekkelijk grote auto, met een lengte van 4,17 meter en een wielbasis van 2,40 meter. Naast een lage prijs staan ruimte en gebruiksgemak tijdens de ontwikkeling boven aan het prioriteitenlijstje.
Met de 1000 MB neemt Skoda afscheid van het ruggengraatchassis dat het merk na de Tweede Wereldoorlog heeft gebruikt voor al zijn personenwagens. Ook de vormgeving van de 1000 MB is een grote stap vooruit. Moderne, strakke lijnen bepalen het ontwerp – uiterlijke overeenkomsten met de Volkswagen 1500 (Type 3) zijn wel te vinden.
In eerste instantie verschijnt de 1000 MB alleen als vierdeurs sedan. Later volgt de tweedeurs MBX, maar met een totale productie van 2517 stuks blijft dat een zeer zeldzame verschijning. Skoda bouwt ook een ruime Combi op basis van de 1000 MB. Voor dit model blijft het helaas bij een prototype.
Lichtgewicht motor
Skoda’s nieuwe viercilinder heeft een slagvolume van 988 cm3 en is geheel van aluminium gemaakt. Het kale cilinderblok weegt slechts 9,6 kilo. Ondanks de eenvoudig te fabriceren lichtgewicht constructie is de motor geen exoot. Een centrale nokkenas bedient de kleppen door middel van stoterstangen en tuimelaars. Bij de introductie van de 1000 MB in 1964 levert de geheel achter de achteras geplaatste motor een vermogen van 37 pk.
Ruimte voor vergroting biedt de motor volop. In 1967 verschijnt de Skoda 1100 MB, die een uitgeboorde 1,1-liter variant van de viercilinder heeft, maar ook het vermogen van de eenlitermotor gaat omhoog. In allerlei inhoudsvarianten zal Skoda de motor tot 1995 blijven produceren. Voorzien van elektronische brandstofinspuiting en gecomputeriseerde ontsteking, is de motor te vinden in de Skoda Felicia.
De Skoda 1000 MB blijft tot 1969 in productie. Totaal worden 443.156 stuks gebouwd. Met name in Oost-Europa verkoopt de auto zeer goed, maar ook bij ons is hij populair vanwege de lage prijs en de verhoudingsgewijs grote hoeveelheid ruimte en comfort. De Skoda 100/110 die in 1969 volgt, is weinig anders dan een 1000 MB met een gemoderniseerd uiterlijk.
Porsche 911
In de jaren tachtig is Skoda een van de laatste merken die nog steeds vasthoudt aan een achterin geplaatste motor. De Tsjechoslowaakse auto’s zijn in goed gezelschap met de Porsche 911. De degelijkheid van de aloude viercilinder wordt getoond in de rallysport, waar Skoda een partij is om serieus rekening mee te houden. 17 jaar op rij weet Skoda de RAC Rally in Groot-Brittannië te winnen – in de categorie tot 1,3 liter.
Uiteindelijk wordt in 1990, na 26 jaar, gestopt met de productie van de achterwielaangedreven modellen. Alle ogen in Tsjecho-Slowakije zijn gericht op de in 1987 aangekondigde Favorit, die de motor voorin heeft liggen en over voorwielaandrijving beschikt.
Met de val van het IJzeren Gordijn en het communisme in Oost-Europa, wordt Skoda geprivatiseerd en krijgt het merk te maken met de sterke concurrentie uit West-Europa, Japan en Zuid-Korea. Om de toekomst van de autofabriek veilig te stellen, wordt in 1990 een samenwerkingsverband aangegaan met Volkswagen.
Tegenwoordig wordt Skoda door iedereen voor ‘vol’ aangezien, maar dat was 25 jaar geleden wel anders. Inmiddels zijn de meningen over de oudere Skoda-modellen ook een stuk milder geworden…