Liefhebber van vooroorlogse modellen van Ford? Komende zomer doet zich een unieke gelegenheid voor: het beroemde Britse veilinghuis Bonhams heeft de verkoop aangekondigd van de volledige collectie uit het opgedoekte Ford Museum Den Hartogh in Hillegom.
Door: Jules van der Leeuw
Piet den Hartogh verzamelde sinds 1956 zoveel Fords en andere automobielen dat hij in 1997 wegens ruimtegebrek wel een museum moést openen. Enkele jaren na zijn overlijden in 2011 werd de stekker uit het Hillegomse museum getrokken. Korte tijd probeerde zijn dochter het museum van vader Piet te continueren, maar al snel bleek dat niemand uit de familie de collectie Fords wilde blijven beheren.
Dat alles leidt ertoe dat het inmiddels stoffig geworden museum nog altijd een collectie van zo’n tweehonderd vooroorlogse klassiekers bezit. Van allerlei varianten T-Fords, N-Fords, A-Fords en V-Fords tot Lincolns. Sommige van hen rijden zelfs op houtgasgeneratoren en deden tot op hoge leeftijd mee tijdens evenementen, zoals de Tulpenrally.
Lopende band
Het opmerkelijkste model is zeker wel de Ford Model T, ofwel T-Ford, die werd gebouwd tussen 1908 en 1927. Het was een van de allereerste wagens die van de lopende band rolde. Dat drukte de productiekosten, waardoor de auto met een relatief scherpe prijs – dalend van 850 dollar (1908) tot 290 dollar (1924) – kon worden verkocht. Hierdoor begon de auto een enigszins bereikbare droom te worden voor de gewone man. Met ruim 15 miljoen verkochte exemplaren staat dit model nog altijd hoog in de lijst van best verkochte auto’s aller tijden. En dat ondanks de legendarische, weinig klantvriendelijke opmerking die Ford-baas Henry Ford beroemd maakte: “De T-Ford is leverbaar in elke kleur, zolang het maar zwart is.”
De vraag is natuurlijk: wat kan zo’n collectie opleveren? Dat is nog maar zeer de vraag. Aan de ene kant is dit een unieke collectie van goed onderhouden zeldzame automobielen, een waardevaste investering. Er is echter ook volop concurrentie: in 2018 staan er wereldwijd zeker 130 klassiekerveilingen gepland. Eind vorig jaar kwam de 364 voertuigen tellende collectie, waaronder enkele T-Fords, van het ter ziele gegane De Rijke Museum in Oostvoorne op de markt. En de liefhebbers sterven langzaam uit: de groep mensen die deze auto’s nog heeft zien (en leren) rijden neemt in rap tempo af.
Interesse?
In Nederland zijn wel enkele partijen te vinden die mogelijk interesse zouden kunnen hebben voor de vooroorlogse Fords. Het Louwman Museum, dat dankzij Toyota-baas Evert Louwman sinds 2010 een enorme collectie bijzondere automobielen tentoonstelt, zou wel eens zijn slag kunnen slaan. Overigens heeft het Haagse museum al twee exemplaren in de collectie. Op de vraag of er interesse is in de collectie van het Ford Museum in Hillegom antwoord een woordvoerder koeltjes: “Geen commentaar.”