“Veel mensen zien kans om met wezenlijk minder dan vijfduizend euro een heel seizoen te racen.” Dat zegt autosport-icoon en Dutch National Racing Team (DNRT) boegbeeld Huub Vermeulen. Vermeulen organiseert laagdrempelige autorace-evenementen, waaronder de Peugeot 206 GTi Cup waarin ik een gastrace reed. In nam een kijkje achter de schermen van de competitieve Cup.
Vermeulen beseft dat 5.000 euro ook best veel geld is. “Zeker als het uit het huishoudboekje betaald moet worden. Maar de meeste mensen hebben echter geen idee wat racen kost en denken dat het bij 100 duizend euro begint. Dan is 5.000 euro dus weinig.”
Om te kunnen racen, heb je allereerst je racelicentie nodig. Om die in bezit te krijgen moet je een racecursus volgen, dat kan bijvoorbeeld bij de door de legendarische Nederlandse autocoureur opgerichte Rensportschool Zandvoort. Zorg in ieder geval voor een goede helm en handschoenen. De cursus kun je gewoon in je spijkerbroek en sportschoenen doen, maar als je toch wil gaan autoracen, koop dan alvast je racegear.
Eenmaal je licentie op zak en kleding in de kast, begint het echte werk. Je kunt je voor veel geld inkopen bij een raceteam, of gekker nog, een team uit Woking of Maranello in laten vliegen. Voor degenen die dit niet kunnen of willen betalen, zijn er andere mogelijkheden. Bijvoorbeeld low budget, of voor een bereikbaar bedrag, racen in de Peugeot 206 GTi Cup.
De Peugeot 206 GTi Cup
De Peugeot 206 GTi Cup –klik hier om naar de website te gaan voor alle informatie– is een gezellige, competitieve en -met meer dan 35 deelnemers per race- spectaculaire raceklasse voor personen van alle leeftijden. Ook in deze klasse kun je je inkopen, alles is immers te koop, maar het kan nog goedkoper door alles zelf te doen. Voor niets gaat natuurlijk de zon op, maar je kunt al voor een paar honderd euro per race een geweldige racedag of weekend hebben. Bovendien is het in de 206 GTi Cup mogelijk om met meerdere coureurs te rijden om zo de uitgaven te verdelen.
De driedeurs Peugeot 206 GTi met 138 pk 2.0-liter zestienklepper motor waar in de Cup mee geracet wordt, werd tussen 1999 en 2002 in grote aantallen geproduceerd. In Nederland is het de meest verkochte Peugeot ooit waardoor er veel auto’s en onderdelen beschikbaar zijn en de auto is makkelijk zelf op te bouwen en te onderhouden. Dit zorgt ervoor dat de aanschaf en het onderhoud relatief goedkoop zijn. Een goede 206 GTi koop je al vanaf ongeveer duizend euro.
Als je de auto met kenteken eenmaal in je bezit hebt, begint het technische werk. Je haalt de aspirant racer leeg en koopt voor 2.500 euro de cupkit met race-onderdelen. In de racekit zitten allerlei onderdelen zoals een rolkooi, stoel, gordels, brandblusser, schokdempers en banden om de auto technisch in orde, veilig en raceklaar te maken. Ook doe je er goed aan om de auto voor de eerste race een grote beurt met onder andere nieuwe distributieriem, olie en remvloeistof te geven zodat de kans op pech tijdens een race minimaal is. Als je gaat racen doe je dit nou eenmaal toch om te winnen en wil je niet stil komen te staan door een simpel technisch mankement dat je had kunnen voorkomen.
Racen hoeft niet duur te zijn
Als de auto raceklaar is gemaakt, is het wachten op de eerste race. Je kunt de auto op een autoambulance of in een race trailer laden, maar je kunt er ook mee naar het circuit rijden. Dit kan zelfs op de Interstate racebanden die in de kit zitten, die zijn namelijk straatlegaal en kosten de wereld niet. Eenmaal op het circuit aangekomen, kun je het wederom zo duur en goedkoop maken als je zelf wil.
Als je een pitbox, VIP-lounge huurt of hospitality trailer huurt of koopt ben je zoals je snapt aardig wat duiten lichter. Een ruime partytent van drie bij vier of vier bij zes meter koop je nieuw al voor 150 euro. Zo’n tent is ruim genoeg om een auto in te zetten en voldoet prima om jou en je auto te beschermen tegen de regen of zon. Je zou er zelfs nog een koelkast en een barretje met hapjes en drankjes voor je fans en sponsors in kunnen zetten.