Dillon Koster werd op 28 augustus 1976 geboren in een Haarlems ziekenhuis en groeide op in Zandvoort. Vanaf zijn negende voetbalde hij bij Zandvoort ‘75, waar hij op zijn vijftiende gescout werd door de eredivisieclub HFC Haarlem. Na een jaar voetbalschool mocht Dillon doorgroeien bij de HFC, maar een ernstig brommerongeluk maakte een einde aan zijn voetbalcarrière. Nu runt Dillon met zakenpartner Danny van Dongen aantal succesvolle autosportbedrijven.
“Ik zat eerst op basketbal, daarna ging ik voetballen en op mijn vijftiende werd ik gescout door het inmiddels ter zielen zijnde HFC Haarlem. Ik mocht met een groep andere jongens naar de voetbalschool. Na het eerste jaar viel er een groot deel af, maar ik mocht blijven. Ik zag mezelf wel topvoetballer worden.“
Het brommerongeluk heeft mijn leven veranderd
Op 15 december 1992 sloeg het noodlot toe. “Die dag was anders dan alle andere dagen. Ik was altijd ruim op tijd voor mijn voetbaltrainingen. Door omstandigheden was ik deze dag later dan normaal. Ik moest ook nog even tanken met mijn brommer en reed een andere route dan ik normaal reed. Op een gedeelte van de route waar ik normaal gesproken langzaam reed omdat er een haakse bocht in zit, reed ik nu rechtdoor en daarom met een hogere snelheid.”
Een over de weg gespannen draad veranderde het leven van Dillon vervolgens volledig. “Ik zag het pas een meter van tevoren. Omdat ik dure voetbalschoenen bij me had, dacht ik dat ik overvallen werd. De draad hing op keelhoogte, ik klapte achterover en viel. Mijn brommer reed nog 100 meter door omdat het gas bleef hangen. Ik dacht: als ik hier blijf liggen, ga ik dood.”
Dillon stond op, pakte zijn voetbaltas, liep naar zijn brommer en reed door naar de training. “Toen ik bij de club aankwam, liep er bloed uit mijn mond. Mijn trainer Rob Gansner zag dat het ernstig was, schakelde snel en bracht mij meteen naar een dokter in de buurt. Het duurde even voor die opendeed, maar belde meteen de ambulance. Dit leek wel een eeuwigheid te duren. Toch was de ambulance er vrij snel. Al die tijd was ik bij kennis en wilde maar één ding: lucht. Ik voelde het kaarsje langzaam uitgaan.”
Ik voelde mezelf wegglippen
In de ambulance raakte ik buiten kennis. Op dat moment besefte ik dat ik op het randje van leven en dood balanceerde. Ik kreeg de keuze om dood te gaan of te blijven leven. En terwijl ik mij voelde wegglijden, koos ik voor leven. Het was mijn tijd nog niet! In het ziekenhuis kwam ik weer bij kennis en zag mijn moeder zitten. Toen voelde ik dat het goed zou komen en zei dat tegen haar. Ik ben Rob eeuwig dankbaar dat ik dit allemaal nog na kan vertellen.”
In het ziekenhuis constateerden artsen dat Dillon’s luchtpijp en slokdarm doormidden gesneden waren en zijn strottenhoofd verbrijzeld was. “Alleen mijn ruggenwervel was nog heel. Volgens de artsen was het onmogelijk dat ik was doorgereden was en nog leefde.”
Dillon lag acht maanden in het ziekenhuis en kon ruim een jaar niet op de normale manier eten en drinken. “Ik raakte ook mijn stemvermogen kwijt en moet sinds het ongeluk ademhalen via een tracheostoma in mijn hals.”
Voetbalcarrière voorbij
Eenmaal uit het ziekenhuis kon Dillon niet meer voetballen op zijn gewenste niveau. “Ik voetbalde met Sebastiaan Visser en die racete ook. Via hem kwam ik met de autosport in contact en dacht: dat wil ik. Mijn ouders vonden het na het brommerongeluk geen goed idee en vonden dat racen gevaarlijk was. Maar dat is het niet, het leven is gevaarlijk. Een ongeluk zit slechts in een klein hoekje, het geluk zit in de rest. En wat in mijn kop zit, zit niet in mijn kont. Als ik ergens mijn zinnen op zet, moet en zal het gebeuren.”
Autoracen kost geld en Dillon moest op zoek naar sponsors. “Mijn racelicentie betaalde ik zelf. Voordat ik het geld bij elkaar had om te kunnen racen, deed ik drie jaar lang de racecursus. Ik leerde Erik Weijers en Tom Coronel kennen. Erik hielp mij met het vinden van sponsors en leerde mij hoe ik mezelf moest verkopen, promoten en presenteren. Tom was mijn grote held, allerbelangrijkste voorbeeld en mentor.”
Ik ga wel even kampioen worden
Na drie jaar had Dillon voldoende geld om te racen. “In eerste instantie zou ik bij Van Vegten Racing in de Citroën Saxo cup gaan rijden. Via Wilko van Vegten ontmoette ik Renault Dealer Evert Kroon. Die zei: jij gaat geen Saxo, maar in de Renault Mégane racen. In 1997 reed ik mijn eerste race en een jaar later werd ik Renault Junior kampioen.”
In 2002 had Dillon een mega budget. “Ik kon veel trainen en dacht: ik ga even kampioen worden. Maar autosport is niet zo makkelijk als het lijkt. Ik kreeg de kolder in mijn kop en ging naast mijn schoenen lopen. Ik werd teruggefloten door Tom Coronel die me vroeg waar ik nou eigenlijk helemaal mee bezig was. Na een paar goede gesprekken met Tom, landde ik weer op aarde. Dit was een belangrijke les voor me.”
Van racen alleen kon Dillon niet leven. “In 2006 schreef ik mezelf in bij de Kamer van Koophandel en richtte Certainty Racing Team en Evenementen op. Ik ging raceauto’s onderhouden en VIP race-evenementen voor bedrijven organiseren.” Samen met zakenpartner Danny van Dongen heeft Dillon nog drie ondernemingen.
Ik heb altijd vakantie
“Bij de Dutch Race Driver Academy kun je in twee dagen je racelicentie halen. In 2009 startten we de Dutch Race Driver Business Club waar we business en autosport combineren en in 2011 introduceerden we de Dutch Race Driver Organisation met drie nieuwe raceklassen.”
4 Comments
Je bent een Topper
Moiere vent bestaat niet. Dillon koster
Hi Dillon,
Mail je me?
Je bent echt een topper, en doorzetter
Respect voor je inzet om je te brengen waar je nu bent!
Jou uithoudingsvermogen is voor de meeste mensen niet haalbaar!
Ga je goed!
Met vriendelijke groet
Frans van Gerwen